Archeologen ontdekken waar Julius Caesar in Groot-Brittannië aan land kwam

Tussen 58 en 50 v. Chr. leidde Julius Caesar zijn Romeinse legioenen door het huidige Frankrijk, België en de Duitse gebieden ten westen van de Rijn in een campagne die de Gallische Oorlog werd genoemd. Het was een groot succes, met een zegevierende Caesar die de rijkdom, status en uitgebreide grenzen verwierf die horen bij het veroveren van een nieuwe provincie. Maar wat zijn legende als militair bevelhebber compleet maakte was dat hij het Kanaal overstak en legioenen liet landen in Brittannië, in die tijd door de Romeinen beschouwd als voorbij de rand van de “bekende” wereld. Hij viel Brittannië twee keer binnen, in 55 v. Chr. en nog een keer het jaar daarop. Nu, zo meldt Ian Sample in The Guardian, menen archeologen van de Universiteit van Leicester de landingsplaats van de 54 v. Chr. expeditie te hebben ontdekt.

Sample meldt dat archeologen de resten van een zeer groot Romeins kampement hebben ontdekt in de buurt van Ebbsfleet, een dorp op het Isle of Thanet in het zuidoostelijke graafschap Kent. Het kamp ligt ongeveer een halve mijl landinwaarts, maar men gaat ervan uit dat het in de tijd van Caesar een uitgestrekt, vlak terrein vlakbij het strand zou zijn geweest. Het 50 hectare grote gebied zou groot genoeg zijn geweest om plaats te bieden aan de 800 schepen en vijf legioenen bestaande uit minimaal naar schatting 20.000 soldaten en 2.000 paarden die in 54 v. Chr. op het eiland landden.

Volgens een persbericht hebben onderzoekers een verdedigingsgreppel blootgelegd die lijkt op de greppels die door Caesars leger in Frankrijk zijn aangelegd, en aardewerkfragmenten in de greppel dateren uit de eerste eeuw v. Chr., de tijd van Caesars invasies. De aanwezigheid van ijzeren wapens, waaronder een Romeinse speer en botten die tekenen van gevechtswonden vertonen, bevestigen ook dat dit een zeer vroeg Romeins kampement was.

“Dit is het eerste archeologische bewijs dat we hebben voor Julius Caesars invasie van Groot-Brittannië,” vertelt Andrew Fitzpatrick, een onderzoeker aan de Universiteit van Leicester, aan Sample. “Het is een grote verdedigde site die dateert uit de eerste eeuw voor Christus.”

De site werd door archeologen nooit beschouwd als een potentiële plek voor Caesars landing, voornamelijk omdat Thanet uit de IJzertijd een eiland was; een waterlichaam genaamd het Wantsum Kanaal scheidde het van het vasteland ten tijde van de invasie. Fitzpatrick wijst er echter op dat het kanaal voor de Britten uit de Steentijd niet zo’n grote barrière vormde, en dus waarschijnlijk ook niet voor de verfijnde ingenieurs van de Romeinse legioenen. De geografie van het gebied, waaronder het brede vlakke strand en het hoge terrein met krijtrotsen, komt ook overeen met Caesars beschrijving van de plaats in zijn verslag uit de eerste hand in zijn boek De Gallische Oorlog.

Volgens een door de onderzoekers gereconstrueerde tijdlijn zou Caesar aanvankelijk een leger van bijna 10.000 man over zee hebben aangevoerd en op 22-23 augustus 55 v. Chr. in Kent aan land zijn gegaan. Caesar bleef ongeveer een maand, lang genoeg om een veldslag uit te vechten en de overgave van een plaatselijke stam te verkrijgen. Het ging niet echt om een verovering; Caesar liet geen bezettingsleger achter. Maar het krediet dat hij in Rome kreeg was enorm – het binnentreden van Brittannië werd door zijn tijdgenoten gezien als vergelijkbaar met de ontdekking van de Nieuwe Wereld zo’n 1500 jaar later.

Caesar keerde in juli 54 v. Chr. terug naar Brittannië nadat Mandubracius, prins van de Trinobantes in zuidoost Brittannië, zijn hulp had gevraagd bij het onderwerpen van een factie onder leiding van Cassivellaunus die zijn vader had vermoord. Caesar stemde toe, een besluit dat volgens geleerden meer was ingegeven om zijn prestige te verbeteren dan om Mandubracius te helpen.

De vloot verliet de Franse kust van ergens tussen Boulogne en Calais op 4 juli 54 v. Chr. Rond middernacht in de nacht van de overtocht liet de wind het afweten en werd de vloot met het getij meegevoerd naar het oosten. Bij daglicht zagen de schepen land in het westen en begonnen te roeien, waarschijnlijk landend in Pegwell Bay rond de middag van 5 juli.

Een groep Britten wachtte op de vloot, maar toen zij de omvang van de troepenmacht zagen, trokken zij zich terug. De Romeinen landden op het strand en lieten het equivalent van een legioen achter om een verdedigingsfort te bouwen. Met de rest van zijn manschappen trok hij Kent binnen. Nadat hij een leger Britten had overmeesterd, kreeg Caesar te horen dat een zware storm zijn voor anker liggende schepen had beschadigd. Hij marcheerde terug naar de kust en gaf bevel de schepen aan land te brengen voor reparatie. Caesar keerde spoedig terug naar het binnenland en voerde zijn troepen aan in de strijd tegen Cassivellaunus, die nu aan het hoofd stond van een federatie van alle Britse stammen. Nadat Caesars legioenen de federatie hadden verslagen, zorgde hij voor een vredesverdrag met de Britten. Van daaruit voeren Caesar en zijn legioenen op 6 september terug naar Frankrijk. Hij liet geen Romeins garnizoen achter.

Ondanks dat Rome Brittannië pas officieel zou veroveren na de invasie van Keizer Claudius die begon in 43 n.Chr., zeggen de onderzoekers dat Caesars bezoeken de basis legden voor de latere invasie door communicatie en Romeinse “cliënt koninkrijken” in Brittannië op te zetten. Toen Rome uiteindelijk de macht overnam, zo schrijven ze, verliep de verovering waarschijnlijk snel omdat veel lokale heersers al geallieerd waren met het rijk, misschien al een generatie of langer.

Speerpunt gevonden op de site (Universiteit van Leicester)

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.