A Guide to Rhetoric, Genre, and Success in First-Year Writing

Rhetorica: De kunst van het overtuigen

Analyse: Het geheel in stukken opdelen met het oog op onderzoek

In tegenstelling tot een samenvatting vereist een retorische analyse niet alleen een herformulering van ideeën; in plaats daarvan moet je retorische zetten herkennen die een auteur doet in een poging zijn of haar publiek over te halen iets te doen of te denken. In de overvloed aan informatie in de 21e eeuw kan het soms moeilijk zijn om te onderscheiden wat een retorische strategie is en wat eenvoudige manipulatie; maar een goed begrip van retoriek en retorische bewegingen zal je helpen om beter om te gaan met de informatie die je dagelijks omringt. Met andere woorden, retorische zetten kunnen een vorm van manipulatie zijn, maar als men die zetten kan herkennen, dan kan men een kritischer consument van informatie zijn in plaats van blindelings te accepteren wat men leest, ziet, hoort, etc.

Het doel van een retorische analyse is om uit te leggen wat er in de tekst gebeurt, waarom de auteur ervoor gekozen zou kunnen hebben om een bepaalde zet of reeks retorische zetten te gebruiken, en hoe die keuzes het publiek zouden kunnen beïnvloeden. De tekst die je analyseert kan verklarend zijn, hoewel er aspecten van argumentatie zullen zijn, omdat je moet onderhandelen over wat de auteur probeert te doen en wat jij denkt dat de auteur doet. Edward P.J. Corbett merkt op dat retorische analyse “meer geïnteresseerd is in een literair werk voor wat het doet dan voor wat het is” (qtd. in Nordqvist).

Een van de elementen van het doen van een retorische analyse is het kijken naar de retorische situatie van een tekst. De retorische situatie is de context waaruit een tekst is ontstaan.

  • De vragen die je kunt gebruiken om de retorische situatie van een tekst te onderzoeken, staan in hoofdstuk 6.2.

Een ander element van een retorische analyse is het simpelweg lezen en samenvatten van de tekst. Je moet de basis van de these en de hoofdpunten van de auteur kunnen beschrijven voordat je kunt beginnen met analyseren.

  • De vragen die je kunt gebruiken om een tekst samen te vatten staan in hoofdstuk 5.1

Om een retorische analyse te maken, verbind je de retorische situatie met de tekst. Je gaat verder dan samenvatten en kijkt in plaats daarvan naar hoe de auteur zijn of haar tekst vormgeeft op basis van de context. Sta jezelf bij het ontwikkelen van je lees- en analytische vaardigheden toe om na te denken over wat je leest, om de tekst en je reacties erop in twijfel te trekken terwijl je leest. Gebruik de volgende vragen om de tekst uit elkaar te halen – om te zien hoe hij in elkaar zit:

  • Onderbouwt de auteur met succes de these of bewering? Wordt het punt consequent gehandhaafd in de tekst, of dwaalt het op een bepaald punt af?
  • Is het bewijsmateriaal dat de auteur heeft gebruikt effectief voor het beoogde publiek? Hoe zou het beoogde publiek kunnen reageren op het soort bewijs dat de auteur heeft gebruikt om de stelling te ondersteunen?
  • Welke retorische stappen zie je de auteur maken om zijn of haar doel te bereiken? Zijn er woordkeuzes of inhoudelijke keuzes die volgens u duidelijk verband houden met de agenda van de auteur voor de tekst?
  • Beschrijf de toon in het stuk. Is die vriendelijk? Gezaghebbend? Is het een preek? Is het bijtend of sarcastisch? Gebruikt de auteur eenvoudige taal, of is het vol jargon? Voelt de taal positief of negatief aan? Wijs op aspecten van de tekst die de toon creëren; besteed wat tijd aan het onderzoeken van deze aspecten en overweeg hoe en waarom ze werken. (Leer meer over toon in Paragraaf 4.5 “Toon, stem, en standpunt.”)
  • Is de auteur objectief, of probeert hij of zij je te overtuigen om een bepaalde mening te hebben? Waarom probeert de auteur je over te halen om dit standpunt in te nemen? Als de auteur bevooroordeeld is, interfereert dit dan met de manier waarop u de tekst leest en begrijpt?
  • Hebt u het gevoel dat de auteur weet wie u bent? Lijkt de tekst gericht te zijn op lezers zoals jij of op een ander publiek? Welke veronderstellingen maakt de auteur over zijn publiek? Zouden de meeste mensen deze redelijk, aanvaardbaar of accuraat vinden?
  • Is het verloop van de tekst logisch? Is de lijn van redeneren logisch? Zijn er hiaten? Zijn er plekken waar u het gevoel heeft dat de redenering op de een of andere manier niet klopt?
  • Probeert de auteur uw emoties aan te spreken? Gebruikt de auteur controversiële woorden in de kop of in het artikel? Beïnvloeden deze uw lezen of uw interesse?
  • Gelooft u de auteur? Accepteert u zijn gedachten en ideeën? Waarom wel of waarom niet?

Het is ook een goed idee om hoofdstuk 2.3 “Retorisch lezen” nog eens door te nemen. Dit hoofdstuk zal een aanvulling zijn op de bovenstaande retorische vragen en u helpen de retorische situatie van de tekst duidelijk vast te stellen.

Als u deze fundamentele, retorische, kritische lezing van uw tekst hebt gedaan, bent u klaar om na te denken over hoe de retorische situatie (Paragraaf 6.2) – de context waaruit de tekst voortkomt – van invloed is op bepaalde retorische oproepen (Paragraaf 6.4) die erin voorkomen.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.