Anaëroob metabolisme in hartspier speelt alleen een rol in het behoud van myocardiaal behoud tijdens ischemie of hypoxie. In een ischemische toestand, zoals tijdens een hartaanval of zelfs tijdens de geïnduceerde ischemie van een open hart operatie, is er een stoornis in de bloedstroom naar het myocard. Het belangrijkste energieopwekkende proces in het hart is het metabolisme van glucose en lipiden door oxidatieve reacties. Onder anaërobe omstandigheden is er geen zuurstof beschikbaar om de elektronen te accepteren bij de metabolische afbraak van substraten en wordt anaërobe glycolyse belangrijk voor het behoud van de levensvatbaarheid van het myocard tijdens het ischemische proces. Helaas werken de geaccumuleerde producten van de glycolyse, namelijk protonen en lactaat, remmend op de glycolyse, hetgeen uiteindelijk resulteert in een depressie van het anaërobe metabolisme. Cardioplegie, zoals gebruikt tijdens openhartoperaties, heeft als effect dat onmiddellijk een mechanische en elektrische hartstilstand wordt geïnduceerd met een maximale remming van de energie gebruikende metabolische processen. Hierdoor wordt het gebruik van substraten effectief verminderd en worden de schadelijke gevolgen van het ischemische proces voorkomen. Cardioplegie is het meest effectief wanneer deze gecombineerd wordt met de additieve eigenschappen van hypothermie, die een belangrijke rol speelt bij de verlaging van het myocardmetabolisme. Tijdens langdurige hypothermische cardioplegische arrestatie kan echter niet voldoende ATP worden gehandhaafd voor cellulaire integriteit en wordt anaerobe glycolyse van toenemend belang voor het behoud van myocardiaal weefsel. Deze presentatie behandelt de mechanismen van aëroob versus anaëroob metabolisme tijdens het ischemische proces van openhartchirurgie.