De schilder Vincent van Gogh is bekend om zijn kunstwerken en om een bijzonder aspect van zijn persoonlijke leven: de post-impressionist verbleef enige tijd in een psychiatrische kliniek. Daar produceerde hij kunstwerken zoals Starry Night en veel van zijn beroemde zelfportretten.
Naast het lijden aan angst en depressie, kreeg de kunstenaar ook te maken met een crisis van epilepsie. Sommige deskundigen geloven dat de schilder ook leed aan een overdosis xanthofyl – en deze factor beïnvloedde zijn kunst, omdat Van Gogh in staat was om meer gelige kleuren te zien, intensiveerde hij gele kleuren in zijn schilderijen.
Naast Van Gogh, hadden veel andere kunstenaars soortgelijke problemen. Vandaag stellen we vier kunstenaars voor die aan geestesziekte leden – en hoe dit hun kunst beïnvloedde.
Louis Wain
Louis Wain was een Engelse illustrator, geboren in 1860, die bekend werd door zijn illustraties van antropomorfe katten.
De katten met grote ogen, die zich meestal in sociale situaties bevinden, zoals spelletjes of afspraakjes, werden aanvankelijk niet in opdracht gemaakt. Hoewel Wain al bekend was bij het publiek, begon hij katten te tekenen om zijn vrouw te vermaken.
Helaas verloor Wain kort na zijn huwelijk zijn vrouw aan kanker. Haar dood was de aanleiding voor een diepe depressie in het leven van de kunstenaar.
Op 57-jarige leeftijd werd bij hem schizofrenie vastgesteld, een stoornis die niet alleen iemands manier van denken beïnvloedt, maar ook zijn gedrag. Wain begon zich agressief te gedragen en bracht daarom de laatste 15 jaar van zijn leven door in psychiatrische inrichtingen.
Het was niet alleen zijn persoonlijkheid die werd aangetast: Wain’s kunstwerken begonnen ook steeds minder te lijken op zijn oorspronkelijke kunstwerken. Zijn katten, voorheen lachend en aaibaar, begonnen andere trekken te vertonen, ze werden meer geometrisch en kleurrijker. De meeste van deze psychedelische katjes werden geboren toen Wain werd opgenomen in het Napsbury Hospital, waar de kunstenaar uiteindelijk overleed.
Edvard Munch
“Ik kan mijn ziekten niet kwijtraken, want er is veel in mijn kunst dat alleen daardoor bestaat,” schreef de Noorse schilder Edvard Munch, beroemd om het schilderij De Schreeuw, en als een van de belangrijkste kunstenaars van de expressionistische beweging.
Munchs familieachtergrond maakte hem al vatbaar voor mogelijke geestelijke gezondheidsproblemen. Zijn moeder en een van zijn zusters stierven aan tuberculose toen hij nog heel jong was. Zijn vader leed aan depressies en zijn andere zus was gediagnosticeerd met schizofrenie. Munch kwam er niet ongeschonden vanaf. In 1908 kreeg hij een zenuwinzinking, die werd verergerd door alcoholisme, en werd hij opgenomen in een psychiatrische kliniek in Denemarken.
Naast de bekende psychische problemen kreeg de schilder nog met andere problemen te maken: in 1937 werden zijn werken door de regering van Hitler in beslag genomen, en door de dictator bestempeld als “ontaarde kunst”.
Munch schreef dat “ziekte, waanzin en dood de zwarte engelen waren die mijn wieg bewaakten”, en hij werd zelfs gediagnosticeerd met neurasthenie, een klinische aandoening die wordt geassocieerd met hysterie en hypochondrie. Zijn werk wordt gekenmerkt door figuren die een duidelijk gevoel van wanhoop en angst uitstralen. De streken en kleuren die Munch in zijn composities gebruikt, tonen vaak zijn eigen gemoedstoestand.
Francisco de Goya
De derde kunstenaar op onze lijst is de Spaanse schilder Francisco de Goya. Op 46-jarige leeftijd was Goya aan bed gekluisterd, had hij zijn gehoor verloren en was hij erg ziek door iets wat op dat moment nog niet was vastgesteld. Zijn doofheid had verschillende verklaringen, zoals syfilis of loodvergiftiging. De kunstenaar vertoonde echter ook tekenen van psychische stoornissen die zijn werk beïnvloedden.
Meer actuele speculaties suggereren dat Goya leed aan het Susac Syndroom, een ziekte die naast gehoorverlies en gezichtsvermogen ook hersen- en evenwichtsproblemen veroorzaakt.
Aanvallen van hallucinatie en delirium kwamen ook veelvuldig voor tijdens de meest kritieke periode van de ziekte van de schilder. Externe factoren, zoals de Napoleontische oorlogen, hebben de schilder ook diep getekend. In zijn werken beeldde hij de ernst van de menselijke melancholie uit, waarbij schilderijen waarop menselijk lijden was afgebeeld steeds vaker voorkwamen.
Yannoulis Chalepas
De Griek Yannoulis Chalepas is een ander geval. Niet alleen is hij de enige beeldhouwer op onze lijst, maar de geestesziekte die hij had, had geen direct effect op zijn stijl. Desondanks bracht hij verscheidene decennia door zonder iets te produceren of vernietigde hij zijn werken zodra hij ze had gemaakt.
Chalepas begon zijn artistieke carrière relatief rustig en opende zelfs een atelier in Athene nadat hij in München had gestudeerd. Rond 1878 begon hij echter de eerste symptomen van geestesziekte te vertonen. Tien jaar later werd dementie bij hem vastgesteld, terwijl hij nog maar 36 jaar oud was.
Chalepas’ moeder geloofde dat kunst werkelijk verantwoordelijk was voor de geestelijke toestand van zijn zoon, dus probeerde ze hem van het beeldhouwen af te houden. Pas na haar dood in 1916 ging hij weer aan het werk. Onderzoekers zijn het erover eens dat hij in deze periode met meer vrijheid sculpturen begon te maken en niet meer zo gehecht was aan neoklassieke idealen.
Het onderwerp van geestesziekten en kunst is vaak besproken, vooral de laatste jaren. Het valt niet te ontkennen dat er een relatie bestaat, vooral als we kunst beschouwen als een elementaire vorm van menselijke communicatie. Vanuit dit perspectief zou artistieke productie niet alleen een reactie op ziekte zijn, maar ook een vorm van output, een uitlaatklep.
Vind meer:
- Als je dit artikel leuk vond, bekijk dan ook deze video: Kunst en psychische stoornissen – hoe staan ze met elkaar in verband?
Ontdek meer introspectives in de verhalen van kunstenaars met:
DailyArt Magazine dan alstublieft met een bescheiden donatie. Wij houden van kunstgeschiedenis en
we willen er over blijven schrijven.